Lotgevallen van een keukengordijn

Tas met portemonnee

Het lijkt simpel: een onderzoek naar de vraag ‘Wat kun je met oude gordijnen?’ Maar nadat ik in september welgemoed koos voor 1 type gordijn, bleek al snel dat ik de rest van mijn leven zou kunnen vullen met onderzoek naar dat ene keukengordijn.

Juli 2022. In gedachten had ik, naast studiostofrest, een nieuwe onderneming opgebouwd: studiogordijnrest. Het atelier, met magazijn, winkel en webshop zou, lekker overzichtelijk, geheel zijn gebaseerd op gordijnen. Dat wil zeggen: gordijnen die moeilijk nog verkocht konden worden als tweedehands omdat ze verbleekt zijn, vuile vlekken hebben, of ouderwets dan wel gewoon niet zo mooi zijn.

Geen keuzestress meer over de vraag of ik nu gekregen oude rokken, bloezen, broeken wel of niet moest verknippen. Ik nam ze gewoon niet meer aan. Ook hoefde ik geen tijd meer te verliezen met het bekijken van allerlei kussenslopen, geborduurde kleedjes en wollen dekens in tweedehandszaken: ik hoefde alleen nog gordijnen te bestuderen. En oké, gordijnstalen. Die lapjes zijn weliswaar klein, maar je hebt wel vele mooie kleuren van 1 type bij elkaar.

Bescheiden salaris

Eenmaal goed op dreef, zou ik er wellicht een bescheiden salaris uit kunnen halen. De webshop en winkel zouden zich kunnen vullen met van gordijn(stalen) gemaakte tassen, rokken, portemonnees, pannenlappen, kussens en tafelkleden. Daarnaast met patchworkgordijnen, kleinere gordijnen gemaakt uit grotere (de lelijke delen weggeknipt), en gordijnen die nog wel goed zijn maar ouderwets. Iemand in de wereld kan er net naar op zoek zijn.

Ovenwant met vaatdoekje

Ik zou kunnen verdienen aan advies en onderzoek (hoe verduurzaam je de gordijnproductie?), het geven van naaiworkshops of het helpen opzetten van een vintage platform (stuur een foto van je gordijn, het platform doet de marketing).

Duurzaam

Dat zo’n onderneming duurzaam is, is aan te tonen: ik houd het aantal vierkante meter stof bij dat jaarlijks van de verbranding of recyclingindustrie wordt gered, het aantal dat als product weer wordt hergebruikt, en hoeveel daarmee aan maagdelijk katoen, wol, polyester of acryl wordt bespaard, met de bijbehorende water- land en energiebesparing. Verder natuurlijk ook zaken als het energie, water-  en materiaalgebruik van de naai- en wasmachine, het atelier en de computer.

Of ik blij zou zijn met een Europese wet voor een leefbaar loon, ligt aan de invulling ervan. Natuurlijk vind ik dat hij er moet komen (heb de petitie hiervoor ook gisteren ondertekend). Maar hoe bouw je een nieuw type bedrijf op met leefbare lonen voor alle medewerkers? Als leefbare lonen in Nederland vertaald gaan worden als minimumlonen: Ik zelf werk al ruim drie jaar aan mijn stofrestenonderneming, nog zonder daar een minimumloon uit te hebben gehaald. Hoe zou ik, in zo’n beginfase, medewerkers kunnen betalen?

Links: ongevoerde schort Rechts: gevoerde schort

Vijf typen gordijnen

Al snel had ik vier typen gordijnen liggen, gekregen van familie. Daarnaast had ik er nog enkele gekocht, samen hoogstens 20 euro. Ik had al tassen, portemonnees en kussens van gordijnen en gordijnstalen gemaakt, nu legde ik me toe op ook schorten en ovenwanten, bedoeld voor mijn familieleden die de gordijnen nog kenden van de tijd dat ze voor de ramen hingen. Van een wol-acryl oranje gordijn maakte ik een rok om (ook) op familiefeestjes te dragen, dezelfde feestjes waar ik dan tassen, schorten en ovenwanten uitdeelde. Op de werk-logeerkamer kwamen nieuwe kussens, op tafel nieuwe placemats.

Gebloemd linnen

Eén versleten bruin gordijn bleek ook na twee keer wassen nog een geur te hebben: die belandde in de vuilnisbak – helaas van het waswater. Van de goede delen van een wit-zwart gestreept gordijn heb ik, na combineren met stroken wit-zwart gebloemd linnen, mooie tassen en schorten weten te maken. Maar dat gordijn was vrij snel op. Ik besloot me daarom te focussen op één type familiegordijn van stevig katoen waarvan ik er zes had. Aanvankelijk zag ik nauwelijks mogelijkheden: ik vond de stof ouderwets en lastig te combineren. Maar zoals dat vaak gaat: ben je ergens eenmaal mee bezig, dan krijg je steeds meer ideeën en lijken de mogelijkheden onuitputtelijk.

Gevoerde en ongevoerde groenteshopper

Allereerst bleek de achterkant goed te combineren met de voorkant. Door de witte achterkant schemeren vaag de contouren van de voorkant, die contouren bleek ik op te kunnen halen door erlangs te borduren, zodat het lijkt of het zo hoort. De voorkant heeft (in mijn ogen) geen geweldige kleurcombinatie: zwartgroen, mosgroen en een onbestemd soort vleeskleur. Nu deed de visgraat- en ingrijpsteek wonderen, waarbij ik met wol of zijde delen invulde met grote steken naast elkaar. Ook met textielstift bleken kleuren op te halen. Vervolgens pakten combinaties met donkergroen oude handdoek, een lichtgroen stuk linnen en een stukje oranje gordijn ook onverwacht goed uit.

Met borduursteken is saaie stof op te halen

Knuffels

Zeker is dat er nog veel meer kleuren en designs bij dit voormalig keukengordijn passen om hem te verfraaien, waarna ik die kleuren en designs ook weer kan laten terug komen, door op de stof te borduren en te appliqueren.

Ik heb ook lang niet alle producten geprobeerd. Wat te denken van een wandkleed, onderzetters, etuis, laptophoezen en knuffels (hoeveel dieren zijn er wel niet?). Voor de restlapjes: telefoonhoezen, poppenkleertjes, boekenleggers, kettingen, oorbellen en kerstboommannetjes. Dit onderzoek kan nog jaren doorgaan, tot er geen snipper meer over is.

Maar zover komt het waarschijnlijk niet: op een gegeven moment ben ik de stof beu, heb ik te veel mooiere stoffen, te veel dringende zaken te doen en te weinig kastruimte, waarna ook deze resten uiteindelijk in de vuilnisbak belanden.

Write a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *