Helaas stopt studiostofrest per 1 augustus. Na bijna vier jaar 24/7 gewerkt te hebben, is het niet gelukt zelfs maar een begin te maken met een inkomen uit de onderneming.
Helaas dus.
Mogelijkheden om uit deze onderneming een inkomen te halen waren er genoeg: na de eerste washandjes en keukendoekjes gemaakt van versleten handdoeken (januari 2020) , had ik me kunnen verdiepen in Nederlandse of zelfs Europese hotelketens. Ik had gewoon kunnen beginnen bij de hotels in Wageningen, bijvoorbeeld met een consultant uit de hotelwereld of een milieusocioloog: hoe doen ze dat met de vervanging van hun handdoeken en washandjes? Is in dit proces behalve gewone winst ook duurzaamheidswinst te behalen? Is ook sociale winst te behalen, bijvoorbeeld door een gezamenlijk naai- en wasatelier op te zetten, later ook in te zetten voor tafelkleden, gordijnen en beddengoed van die ketens.
Niet gedaan.
Nadat ik voldoende portemonnees, telefoonhoezen, kussens en brillenhoezen had van stofstalen (april 2020), had ik met een docent textiel, of een basisschooldocent, een onderneming voor scholen kunnen beginnen: busje schilderen, paar naaimachines achterin en vervolgens de boer op met projecten als: Telefoonhoezen maken, of Cocoonen met kussens. Later uitbreidend met cursussen: Maak een tas (van gordijn), of: Ontwerp een rok. Scholen kunnen dit wellicht niet altijd zomaar betalen, maar er zijn fondsen die kunnen bijspringen.
Ik had me kunnen toeleggen op het verstellen van verplegers- en doktersjassen, mijn hooimadammen of jogamathoesjes kunnen standaardiseren en promoten, en/of regel- en schrijfwerk kunnen doen ter promotie van de industriële recycling van oude spijkerbroeken, matrassen of katoenen lakens.
Ook niet gedaan.

Omvangrijker initiatieven
Voor de samenleving is de beëindiging van studiostofrest niet erg. Afgelopen vier jaar zijn legio mensen met soortgelijke en ook omvangrijker initiatieven begonnen, getuige nieuwsbrieven en platforms als Pinterest en ChangeInc, en circulaire ambachtscentra waar gemeentes en ondernemers milieustraten combineren met kringloopwinkels, reparatie, upcycling en onderwijs.
Wat mezelf betreft: ik heb het werk met veel plezier gedaan. En, ik heb in ieder geval geen schulden gemaakt. De onderneming heeft hoogstens 2000 euro gekost – de website (500 euro), een online naaicursus van 300 euro en twee naaimachinereparaties van samen 150 euro. De reststoffen waren vaak gratis, of kostten een paar euro per stuk. En ook naaigaren, naalden en machineonderdelen waren niet zo duur. Daarbij is het geld beland bij ondernemingen die ik graag ondersteun (zoals ondernemers in de zelfmaakmode en mijn dochter die de site bouwde en dit zo en passant leerde).
Deels heb ik dit geld ook nog terug verdiend met bestellingen die vrienden en familieleden plaatsten: totaal voor ongeveer 300 euro (3 geborduurde hooimadammen, een theemuts, 2 schilderschorten, 2 telefoonhoezen). Verder heb ik misschien nog zo’n driehonderd euro bespaard door cadeaus uit de onderneming uit te delen. En heb ik bovendien enige honderden euro’s bespaard doordat ik minder gemakkelijk nieuwe kleren en andere spullen koop. Door de opgedane ervaring en kennis ben ik creatiever geworden met wat ik heb, en maak ik ook een deel van de kleren nu zelf (uit reststoffen).

Verkenning
Als onderzoek, of liever gezegd: als verkenning dan wel onderzoekende performance, vind ik de onderneming zelf wel geslaagd. Hij heeft ruim 10 prototypes van producten opgeleverd en 18 blogs met ideeën en dilemma’s.
Had ik dan voor deze verkenning subsidie kunnen aanvragen, bij wijze van inkomen?
Ik had geen peer-review van onderzoekers (economen, textielonderzoekers, filosofen?) ingepland, nodig voor onderzoeksubsidie. Waar zouden die het plan op moeten beoordelen? Mijn plan (oktober 2019), ging niet verder dan eerst drie maanden bekijken wat ik met versleten handdoeken zou kunnen maken, dan drie maanden met stofstaallapjes, dan drie maanden met oude spijkerbroeken, dan zo’n tien blogs erover te schrijven, en dan weer verder te zien. Verder zat in het plan om, na de handdoeken, een brief te schrijven aan 5 mogelijke partners voor samenwerking.
Hoe zou zo’n subsidiecommissie het eindresultaat moeten beoordelen? De producten en ideeën zijn op zichzelf niet nieuw of origineel, als het gaat om het verder brengen van een kringloopeconomie voor textiel. De combinatie is dat wel. Welke textielonderzoeker heeft eerder in een lijst prototypes een laptophoes van afgeschreven kussens (gekozen op de kleuren van de organisatie van de toekomstige eigenaar), en een hooimadam met geknipte handdoekresten opgenomen? Welke schrijver, econoom of filosoof heeft eerder een blog over jute koffiebonenzakken, laten volgen door een blog over een keukengordijn?
Alleen: een combinatie van bestaande ideeën of producten is altijd origineel: elke ontwerper en schrijver combineert immers vanuit de eigen ervaring, karakter en context ideeën op zijn/haar manier.
Kritische eindredactie
Voor mij, als voormalig journalist, zijn goed geschreven en goed onderbouwde teksten een belangrijk kwaliteitscriterium. Maar ik had ook geen peer-review van (onderzoeks)journalisten ingepland. Ik heb geen moeite gedaan om de teksten gepubliceerd te krijgen in een blad of op een site met een kritische eindredactie. Welk blad wil foto’s van op zichzelf weinig originele prototypes (tassen, jogamathoesjes, theemutsen) en eigen ervaringen daarmee publiceren? Misschien eens één keer een verhaal.

Ik denk dat de meeste blogs te begrijpen zijn voor vrijwel alle mensen die Nederlands lezen, en dat veel van de ideeën ook nog vrij eenvoudig door de gemiddelde Nederlander zijn te controleren – ook door kinderen en mensen met weinig geld. Kun je inderdaad voor minder dan een euro een tas maken, is slow stiching op een stukje reststof echt zo rustgevend, is het echt beter om niet te vaak te wassen? Maar ik heb de begrijpelijkheid niet gecheckt, en geen moeite gedaan voor reacties op sociale media of crowdfunding acties (bewijzen dat mensen de ideeën ook waarderen). Dat zou neerkomen op het door-ontwikkelen van bepaalde producten of diensten – en dat heb ik dus niet gedaan (zie eerste alinea’s). Uiteindelijk is het toch bij een verkenning gebleven.
Kussen van patchwork
Tenslotte: ik heb deze verkenning niet beschermd. Hoe zou ik een kussen van patchwork, een geborduurd stukje reststof of een tasje van een afgedankte rok kunnen beschermen? Ontelbaar veel handwerkliefhebbers en kleermakers hebben soortgelijke producten bedacht – getuige de mooie voorbeelden op Pinterest en in musea. Ik had, de creative commons volgend, kunnen kiezen voor een bescherming van de site waarbij de lezer, als deze teksten gebruikt, mijn naam moet vermelden en, als hij/zij eraan verdient, dat meldt en ervoor betaalt. Maar omdat ook de ideeën niet nieuw zijn, hoe zou ik misbruik ooit kunnen bewijzen?
Al met al: jammer van dat inkomen. Jammer ook dat ik niet zoveel zelfgemaakte cadeaus meer zal kunnen uitdelen. En vooral: jammer dat ik niet meer over mijn textielwerk kan schrijven – de site gaat namelijk ook per 1 augustus uit de lucht. Maar zeker niet getreurd: deze verkenning heeft ook opgeleverd dat ik beter een baan bij een organisatie kan zoeken en dat lijkt nu gelukt: zoals het er nu uitziet, ga ik meteen al per diezelfde datum taalles geven, met een maandelijks inkomen.