Oude spijkerbroeken bevatten stevig en prachtig blauw-wit materiaal om er tassen, yogamatjes, schorten en veel meer van te maken. Wandkleden kan ook, en wat dan nog over is kan soms al industrieel worden verwerkt.
Als derde onderzoek (na handdoeken en stofstalen), startte ik op 1 mei 2020 met versleten spijkerbroeken, omdat spijkerstof zulk stevig en mooi helder blauw met wit materiaal is, en omdat je er zo makkelijk via familie en vrienden aan kunt komen. Het is inderdaad geweldig dankbaar materiaal. Binnen no time had ik van drie gekregen spijkerbroeken van alles gemaakt: twee portemonnees, twee yogamatjes, schoudertas, etuitje …

Vooral was ik verrast door de oneindige hoeveelheid inspirerende spijkerbroekproducten op Pinterest (tik in: ‘spijkerbroeken’ of jeans). De prachtigste tassen, knuffels, dekentjes, pannenlappen, rokken, telefoonhouders en andere accessoires kun je er vinden, vaak ook nog met een filmpje hoe je het maakt. De internationale Do-It-Yourself (DIY) beweging is echt geweldig om inspiratie op te doen, en te leren, ook voor scholen of buurtcentra.

Wandkleed
Hoewel er steeds meer initiatieven zijn om versleten spijkerbroeken industrieel te verwerken – bijvoorbeeld tot isolatiemateriaal of nieuw garen, wilde ik toch zoveel mogelijk alles ervan gebruiken, en zo onderzoeken welke mogelijkheden er als handwerker zijn. Daarom heb ik van de resten van de resten ook een wandkleed gemaakt voor in onze gang, passend bij de wandkleden van gekleurde handdoekstukjes en gevlochten stofstaalreepjes die er nu hangen.

Het wandkleed, geheten in wording, hangt al in onze gang, maar (trouw aan zijn titel) ben ik nog wel van plan meer geometrische vormen erin te borduren, en de vlakken netter af te werken. De restjes zijn geborduurd op een oud dekentje.
In het wandkleed onderzocht ik welke typen ‘weefsels’ of vlakken (combinaties van delen) je van spijkerbroek kunt maken, want die zou je nog eens kunnen gebruiken voor nuttige producten. En ik wil weten in hoeverre je van de echte scrap nog iets moois kunt maken. Daartoe tornde ik eerst alle delen los, zoals ook rits, zakken, bijzakjes en klinknagels. Dan had ik immers de meeste kans op leuke, en later misschien nog eens bruikbare typen vlakken.
Klinknagels
Ik kan niet anders zeggen dan dat mijn waardering voor de spijkerbroek nog eens verder groeide bij het knippen van de delen. Tien minuten tot een kwartier was ik soms wel bezig om zo’n dubbel genaaide zak of rits ongeschonden los te krijgen. Geen wonder dat de patenthouders op die klinknagels en extra sterke werkbroeken, de Duitser Levi Strauss en de Amerikaanse kleermaker John Davis rond 1875 zo’n succes hadden bij de goudzoekers voor wie hun broeken aanvankelijk waren bedoeld (patent nr 139.121, verleend in 1873 in de VS – zie dit filmpje over de geschiedenis).
Moderner
Inmiddels kan het gelukkig wel moderner, lees: circulairder gaan dan in 1875 (!). Bijvoorbeeld in spijkerbroeken van MUD-jeans (‘op weg naar 100 procent circulaire jeans’), zit al 40 % gerecyclelde jeans. En je kunt je jeans er ook huren, wat nog weer meer energie, water en katoen scheelt. Zie ook Industriele oplossingen voor de resten van de resten).


